Blog

Passie voor beeldhouwkunst

Werk in uitvoering


Het is tijd om alle inspiratie om te gaan zetten in daden.

Het gekozen ruwe materiaal ga je nu omzetten in een sculptuur. Plaats het materiaal stevig op de driepoot, de werkbank of in de bankschroef.


Werk je met gips, klei of was dan maak je eerst een armatuur waaromheen je het beeld gaat opbouwen. Als je voldoende materiaal hebt aangebracht kun je de ruwe vorm bewerken tot de uiteindelijke vorm.

 

Werk je met (spek)steen, gebruik dan een met zand gevuld kussen om het werk te stabiliseren. Er mogen geen stukken afbreken.

 

In het begin zul je waarschijnlijk grof te werk moeten gaan om de vorm naar je hand te zetten. Met een timmermanspotlood kun je op het werkstuk aangeven wat nog van de vorm weg moet worden gehaald.

Gaandeweg zul je zien dat het materiaal je helpt bij het vinden van de juiste vorm. Muziek kan ook verrassende wending geven aan je werk en vormentaal.

 

Kijken, kijken en nog eens kijken. Je kunt het werk ook even opzij zetten en verder gaan met het maken van schetsen.
Naarmate je meer beelden hebt gemaakt wordt het makkelijker een idee uit te beelden.

speksteen bewerken

De laatste loodjes


Een beeld valt of staat met de afwerking. Zorg ervoor dat je voldoende tijd en aandacht besteedt aan het laatste stadium. Schuren en eventueel polijsten zijn misschien niet de spannendste handelingen, maar komt de vorm zeker ten goede.

De voet of sokkel waar het werk op staat vormt een belangrijk onderdeel van het beeldhouwwerk. Kies het materiaal zorgvuldig uit en let op de verhoudingen en de raakvlakken met het beeld.

 

Presentatie


Nodig een aantal mensen uit in je atelier en ga samen het werk beschouwen. Je zult verrast zijn over de inhoud die anderen aan jouw werk geven.

Veel succes!

speksteen beeld
speksteen beeld

Beeldhouwers

 

Auguste Rodin (1840-1917) stelde pas op zijn 38ste voor het eerst een werkstuk tentoon, Het Bronzen tijdperk. Een veelvuldig gekopieerd werk van Rodin is  De Denker. Zijn beroemdste werk is Burgers van Calais. Een voor de beeldhouwgeschiedenis zeer belangrijk werk is Balzac. Dit werk werd door Constantin Brancusi het beginpunt van de moderne beeldhouwkunst genoemd. Aanvankelijk was Rodin een boetseerder, zijn werken zijn veelvuldig in brons gegoten. Later werkte hij veel in marmer. Rodin werd geïnspireerd door het werk van Michelangelo. De stijl was zeer monumentaal. Voor Rodin was het belangrijk de innerlijke bewogenheid van een mens weer te geven in zijn beeldhouwwerk. Zijn werken drukken beweging uit en zijn o.a. te zien in Musée Rodin http://www.musee-rodin.fr

Medardo Rosso (1858-1928)

Zijn werken zijn hoofdzakelijk in was uitgevoerd. Impressionistisch, picturaal en koloristisch. Opvallend aan zijn werk is dat ze vanuit één gezichtspunt zijn ontworpen.

Museo Medardorosso http://www.medardorosso.org

Edgar Degas (1834-1917) schilder

Hij begon later ook met het maken van wasmodellen. Zijn in 1881 tentoongestelde balletdanseres was zeer vernieuwend voor die periode. Het beeld werd omschreven als gedurfd realisme. Een beeldje van een jong meisje in een moeilijke ballethouding, realistische kleuren en echte stof. Het werk was de aanleiding voor een nieuwe beweging die zich afkeerde van het monumentale, het officiële en het academische.

Paul Gauguin (1848-1903) werkte enige tijd samen met Degas. Gauguins werk wordt beschouwd als pseudo-primitieve reliëf-stijl met zeer oorspronkelijke toepassing van kleuren en geheimzinnig symbolisme. Een belangrijk werk van hem, Soyez amoureuses, vous serez heureuses werd in 1801 in Brussel tentoongesteld.

Aristide Maillol (1861-1944) werkte in zijn lange loopbaan aan een ideaalbeeld, een moderne interpretatie van het oude Griekse ideaal. Zijn beelden zijn afgietsels van een kleimodel. Voor Maillol was de plastische waarden van de vorm belangrijk. Zijn statische beelden stralen scerene rust en strakke schoonheid uit. Hij wordt beschouwd als de voorloper van de abstracte kunst.

Musee maillol http://www.museemaillol.com

Pablo Picasso (1881-1973) en Henri Matisse (1869-1954) zijn naast schilder ook beeldhouwer geweest. Picasso is de geestelijk vader van het kubisme. De aandacht voor het oppervlak verdwijnt, het gaat enkel om de plastische vormen waarmee een voorstelling van het menselijk lichaam wordt gegeven.

museo picasso malaga http://www2.museopicassomalaga.org/

Julio González (1876-1942) maakte beelden van gesmeed en gelast ijzer. La Montserrat. Hij was bevriend met Piccasso. Hij begon als kubist. Zijn stijl veranderde later in abstracte kunst en realisme. 

Henri Laurens (1885-1954) leerling van Rodin werd onder invloed van George Braque (1882-1963) een overtuigd kubist. 

Alexander Archipenko (1887-1964) gaf het menselijk lichaam in een vereenvoudigde vorm weer. Zijn werk Wandelende vrouw (1912) oogt fantasierijk en agressief. Zijn inspiratie kwam voort uit de primitieve Afrikaanse kunst. 

Umberto Boccioni (1882-1916) was behalve schilder, beeldhouwer ook de theoreticus van het futurisme. Deze groep ontstond omstreeks 1908 in Italië en is verwant aan het kubisme.
De groep streefde ernaar beweging en indrukken in de ruimte en in de tijd weer te geven. Na zijn dood werden zijn ideeën voor een deel overgenomen door de kubisten.

Jacques Lipchitz (1891-1973) is een van de bekendste vroege kubisten. Hij liet in zijn werk beweging in de ruimte een belangrijke rol spelen. Later werd zijn werk, deels onder invloed van Picasso en deels door zijn belangstelling voor primitieve Afrikaanse plastiek, surrealistisch. 

Antoine Pevsner (1886-1962) nam na de revolutie in Moskou deel aan de eerste avant-gardistische experimenten en hing de constructivistische ideologie van Vladimir Tatlin aan. Pevsner gebruikte meest ondoorzichtige materialen. Pevsner en Gabo hebben grote invloed uitgeoefend op jongere beeldhouwers als Calder en Schöffer. 

Naum Gabo (1890-1977) nam evenals Pevsner na de revolutie in Moskou deel aan de eerste avant-gardistische experimenten en hing de constructivistische ideologie van Vladimir Tatlin aan. Gabo gaf met doorschijnende materialen als glazen staven en draden op abstracte wijze vorm aan de ruimte. Lijnen hadden geen beschrijvende functie meer, maar dienden om ruimte te omsluiten.

Vladimir Tatlin (1885-1953) wilde de moderne kunstenaar laten deelnemen aan de technische revolutie.

Tatlin's Tower and the World http://www.tatlinstowerandtheworld.net>

Ernst Barlach (1870-1938) putte zijn inspiratie uit de volkskunst. Zijn werk behoorde tot het expressionisme dat de nadruk legde op menselijke emoties: smart, vervreemding, wanhoop. Barlach voelde zich zielsverwant met de arme, hardwerkende boer.

Wilhelm Lehmbruck (1881-1919) raakte in parijs (1910-1915) sterk onder de indruk van Rodin en Maillol. Hij liet al gauw het schoonheidsideaal van Maillol voor wat het was met zijn werk Knielende vrouw (1911). Het is een gracieuze, overdreven slanke figuur waarvan juist de uitgerekte lichaamsproporties zeer expressief zijn. Zijn kunst weerspiegelt de dreigingen en de angsten die hun stempel op de eerste decennia van de 20ste eeuw drukte. Lehmbruck pleegde zelfmoord.

Ossip Zadkine (1890-1967) staat tussen het Duitse expressionisme en het kubisme in. Zijn uit holle en bolle vlakken opgebouwde beelden zijn tegelijk dynamisch en dramatisch. In zijn meesterwerk De geschonden stad te Rotterdamkomt deze fusie van twee stijlen goed tot uiting: de opbouw is kubistisch, de dramatische kracht die er van de doorboorde bronzen figuur uitgaat expressionistisch.

Constantin Brancusi (1876-1957) Deze Roemeen kan beschouwd worden als de belangrijkste beeldhouwer van de eerste helft van de 20ste eeuw. Zijn verlangen tot het wezen der dingen door te dringen leidde tot een verregaande vereenvoudiging van de natuurvormen: slechts de essentie diende te worden uitgebeeld. zie Beeldhouwwerk voor een blinde waar een hoofd wordt ontwikkeld tot ei. Brancusie was een ras beeldhouwer, beitelen in steen was voor hem de enige juiste weg. Echter liet hij nooit sporen van zijn beitel of schaaf achter. De oppervlakken van zijn beelden zijn zorgvuldig met de hand gepolijst. Ook een kenmerk van Brancusi's sculpturen zijn de met zorg uitgevoerde voetstukken. Vogel in de ruimte en Vis zijn glanzende symbolen in marmer of koper die de essentie van vrijheid en snelheid uitdrukken.

Jean Arp (1886-1966) deelde Brancusi's idealen. In zijn werk speelde de intuïtie en het toeval een grote rol. Ook de titels van zijn werk bedacht hij achteraf. Een bekend werk van hem is Ptolomeus I. Arp werkte net zoals Rodin in gips en liet zijn modellen door ambachtslieden in brons gieten of in steen beitelen. Arp is de grondlegger van het Dadaïsme. 

Max Ernst (1891-1976) was voornamelijk schilder en een belangrijk surrealist.

Marcel Duchamp (1887-1968) is een voorloper van de Pop Art. Zijn "readymades", zoals de Fontein (een urinoir) noemde hij zelf non-sculpture.

Alberto Giacometti (1901-1966) kan worden beschouwd als de enige grote surrealistische beeldhouwer. Zijn bekendste werk zijn de skeletachtige in de lengte uitgerekte figuren. 

Henry Moore (1898-1986) werkt in grote blokken steen. Later stapt hij over naar Brons. Beïnvloed door Brancusi en door de pre-Colombiaanse kunst, combineerd hij het figuratieve en non-figurative in zijn werk. Herkenbaar aan zijn werk zijn de ronde of afgeronde vorm doorbroken door uithollingen en gaten. Hij zoekt in zijn werk naar de relatie tussen mens en natuur. 

Alexander Calder (1898-1976) was een vriend van Moore. Hij maakte Mobiles van zacht in de ruimte bewegende visjes en vogels, soms met behulp van een motortje. Bewegende vormen in de ruimte was zijn thema.

Marino Marini (1901-1980) put zijn inspiratie uit het tijdloze thema paard en ruiter en de Chinese T'angdynastie tot de pre-Colombiaanse plastiek. Hij blijft echter op traditionele, Italiaanse manier werken.

Barbara Hepworth (1903-1975) Door haar contacten met o.a. Moore, Arp, Brancusi en Gabo kwam zij tot het creëren van abstracte vormen, die in dialectische relatie tot de ruimte staan. Zij gebruikte vaak lineaire elementen (draden) om de verschillende elementen van een beeld in een ritmische scandering met elkaar te verbinden. Karakteristiek zijn ook de open en gesloten vormen. 

David Smith (1906-1965) maakte krachtige, expressieve composities in gelaste metalen platen. Hudson River Landschap. Zijn grote voorbeeld was de schilder beeldhouwer Julio González.

Giacomo Manzù (1908-1991) verenigt in zijn kunst realisme en surrealisme met een uitgesproken gevoel voor dramatiek.

Niki de Saint Phalle (1930–2002), zij kreeg vooral veel bekendheid met haar Nana-figuren, expressieve in felle kleuren beschilderde manshoge vrouwenbeelden in polyester. De Nana's veroorzaakten ophef in de moderne kunstwereld.